
Grondstoffen zijn natuurlijk in eerste instantie onderdeel van de reële economie. Vanuit een beleggingsperspectief hebben ze ondertussen ook een belangrijke rol in portefeuilles gekregen. De twee belangrijkste manieren om naar grondstoffen te kijken vanuit een beleggingsperspectief zijn:
- Om extra rendement te genereren; en/of
- Om het risico van een portefeuille te verminderen.
Spot / futuresprijzen?
Exchange Traded Products (ETP’s) hebben de grondstoffenmarkt toegankelijk gemaakt voor het bredere publiek. De twee belangrijkste typen ETP’s zijn enerzijds fysieke producten die de spotprijzen volgen, en anderzijds producten die de rendementen van de grondstoffenfutures-index volgen.
Voor de meeste fysieke grondstoffen (behalve de edele en de industriële metalen) is het moeilijk om de prijs te bepalen omdat ze heterogeen zijn (ze verschillen in kwaliteit, gewicht, type, waarde, oorsprong…), de opslag ervan voor een lange periode een probleem kan vormen en ze moeilijk te vervoeren zijn.
Futurescontracten lossen deze problemen op omdat ze standaardcontracten zijn die de grondstoffen vervangen. De prijzen van futures zijn dan ook liquide en omzeilen de problemen die inherent zijn aan de prijsvorming en het verhandelen van fysieke grondstoffen. Maar omdat beleggen in grondstoffenfutures niet hetzelfde is als het effectief eigenaar worden van een fysieke grondstof, betekent dit dat de rendementen van beleggingen in futures verschillen van het theoretische rendement dat bepaald wordt door de spotprijzen. De rendementen van de grondstoffen-ETP's die een grondstoffenfutures-index volgen, worden bepaald door drie factoren: wijziging in de prijs van het futurescontract, de doorrolopbrengst en de onderpandopbrengst.
Een praktisch voorbeeld op basis van spotprijzen
Om een voorbeeld te geven van de bovengenoemde rendements- en risico-eigenschappen van grondstoffen heb ik in onderstaande tabel de individuele kenmerken van wereldwijde aandelen (MSCI AC World), obligaties (BarCap Bond Composite) en een mandje van fysieke edelmetalen weergegeven. Dit mandje volgt de spotprijzen van goud, zilver, platinum en palladium. Hierdoor vindt spreiding plaats tussen de waardevaste eigenschappen van goud en zilver en daarnaast de industriële toepassingen van platinum en palladium. Het individuele risico van dit mandje is hoger dan een wereldwijde aandelenbelegging en gaat gepaard met een hoger verwacht rendement.
Als uitgangspunt heb ik een portefeuille genomen met 60% aandelenexposure en 40% obligaties. Het historisch geannualiseerde rendement over een periode van 10 jaar bedraagt 7.6%, met een risico, gemeten door de standaarddeviatie van de portefeuille, van 11.4%.
Als slechts 5% van het mandje van fysieke edelmetalen toegevoegd wordt aan deze portefeuille, leidt dit tot een hoger rendement. Belangrijker nog is de vermindering van het risico van de totale portefeuille naar 6.6%. De reden hiervoor is dat grondstoffen anders reageren op marktontwikkelingen dan aandelen en obligaties, ofwel een lage correlatie hebben. Hierdoor wordt het risico van de totale portefeuille gedempt.
Een vergelijkbaar effect kan eveneens bereikt worden met individuele grondstoffen, zoals goud, of met een gespreid mandje van grondstoffen, zoals op basis van de DowJones-UBS Commodity Indices.