
De koning is dood, lang leve de koning! Deze uitspraak vindt zijn oorsprong in Frankrijk, toen Karel de 7e Karel de 6e opvolgde. Geen geschiedenisles vandaag (met een basisinkomen hoeven we toch niet meer naar school), maar ratingles.
Bij S&P hadden ze even niets te up- of downgraden, dus hebben ze een komkommeronderzoek gedaan. Conclusie: landen met een monarch als staatshoofd hebben gemiddeld een hogere kredietrating dan landen met een andere staatsvorm en grondwettelijke monarchieën zijn kredietwaardiger dan absolute monarchieën. Monarchieën onderscheiden zich voornamelijk door de sterkte van de instellingen, verder hebben ze doorgaans stabiele, democratische regeringen die transparant zijn en een voorspelbaar beleid voeren. Bovendien kunnen grondwettelijke monarchen als bindende factor optreden. Absolute monarchieën kampen met opvolgingsproblemen, beperkte democratie / teveel gecentraliseerde besluitvorming. Alle monarchieën hebben gemiddeld een A- rating, het gemiddelde van alle door S&P gerate landen is BBB, de grondwettelijke monarchie heeft gemiddeld een A+ rating.
Spanje
De Spaanse grondwettelijke monarchie scoort onder het gemiddelde (BBB). Soms zal Felipe VI denken, was ik maar een absolute vorst, zijn bindende kracht zou in december wel eens hard nodig kunnen zijn. Met grote waarschijnlijkheid is 13 december de dag waarop de Spanjaarden naar de stembus mogen. Deze week werden de laatste opiniepeilingen bekendgemaakt, zie de afbeelding voor alle percentages. De regeringspartij (Partido Popular) is de grootste en wint wat terrein op de rest (28.2% versus 25.6%), de protestpartijen verliezen wat; Podemos zakt van 16.5% naar 15.7%. Bovendien hebben de twee traditionele partijen samen nu een meerderheid (53%), maar ze zeggen niet samen door één deur te gaan. De PP profiteert van de goede prestaties van de Spaanse economie dit jaar en mensen zijn geschrokken van de Griekse situatie (denken dus wel 2x na voor ze op Podemos stemmen).
De spread op Spaanse staatsobligaties loopt ondertussen wel uit ten opzichte van die op Italiaanse Dit heeft met indexveranderingen en aanbod te maken, Italië houdt zich koest in augustus, terwijl Spanje vandaag de Bono 4.1% 2018, Bono 1.15% 2020 en Bono 4.65% 2025 nog maar eens opent; doel is 4 a 5 miljard Euro op te halen. Op de Spaanse curve ligt de Bono 4.65% 2025 er nog wel aardig bij ten opzichte van de Bono 1.6% 2025. De laatste heeft een duration van 9.03, de eerste van 8.4, de eerste levert wel zo’n 5-6 bp meer op.
Ierland presteert beter
Iedereen is lyrisch over de Spaanse macro-cijfers, maar Ierland presteert eigenlijk nog beter. Weliswaar is de Ierse economie een stuk kleiner dan de Spaanse, maar de Ierse PMI cijfers komen in de buurt van de cijfers uit de VS, die als we het mogen geloven een renteverhoging rechtvaardigen. De services PMI in Ierland staat op 63.4 en de Composite PMI op 61.8, zie afbeelding (60.9 was verwacht). Ook de overheidsfinanciën zijn beter dan verwacht. In de eerste 7 maanden van 2015 kwam het tekort uit op EUR 3.1 miljard tegen EUR 5.4 miljard over dezelfde periode vorig jaar. Het Ierse begrotingstekort komt dit jaar naar verwachting uit op 2.3%, het doel voor 2015 was 2.7%.
Belangrijke basis voor de gestegen overheidsinkomsten vormt de belastinginning: de belastinginkomsten zijn jaar op jaar met 10% toegenomen; corporate taxes +37%, BTW +8%, inkomstenbelasting +6%. S&P heeft Ierland in juni al een A+ rating toegekend en het heeft niet eens een koning. Ook in onze Nederlandse klantenkring hebben we dit jaar al weer IRISH kopers gezien, ook daar spreken we met lokale partijen, die doorgaans betere quotes afgeven dan de grote huizen.
Obligaties Saudi-Arabië
Het voorpaginanieuws van de Financial Times van 6 augustus: Saudi-Arabië gaat obligaties uitgeven. (Deze absolute monarchie heeft een AA-, negatief rating bij S&P). De begroting heeft een olieprijs van $ 105 nodig om sluitend te zijn, dat zien we niet snel gebeuren, daarom maar de obligatiemarkt op, daar kan bijna elke overheid zijn gaten bijna gratis opvullen zullen ze in Riyad wel hebben gedacht.
Tot slot toch nog wat geschiedenis: vandaag, 6 augustus is het precies 70 jaar geleden dat de atoombom op Hiroshima viel. De bom heette Little Boy en woog 4400 kilogram, op 580 meter boven de grond barstte de bom en door de vuurbal van 4000 graden Celsius die ontstond kwamen in een fractie van een seconde 78.000 mensen om het leven om nog maar te zwijgen over de na-effecten op de gezondheid van vele Japanners.