
Inleiding
AFM heeft SNS recent beboet wegens handelen in strijd met diverse artikelen van de Wft. Aanleiding was het feit dat klanten van SNS via adviseurs van SNS in Madoff-gerelateerde fondsen hadden belegd. De afloop is bekend. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van SNS tegen de boete op 3 januari jl. ongegrond verklaard. De uitspraak is om diverse redenen interessant.
Verplichting tot het geven van uitleg
Er werd belegd in niet-geregistreerde buitenlandse beleggingsfondsen. Adequaat toezicht in de zin van de Wft was daarom niet mogelijk. Er was (dus) sprake van bijzondere risico’s. Die risico’s waren onder meer een hoge volatiliteit van de prijs, het risico om de gehele inleg te verliezen en er was sprake van een hoge minimale inleg. En dan te bedenken dat er weinig of geen informatie beschikbaar was over het beleggingsbeleid (Madoff schreef bijna niets)
Vandaar dat SNS meer dan een veeg uit de pan kreeg, want er was veel te weinig informatie gegeven. Vrij vertaald oordeelde de rechtbank dat een niet-professionele belegger geen beleggingsbeslissing kon nemen!
Inzet op eerlijke, billijke en professionele wijze
SNS beriep zich ook op het feit dat zij enkel orders uitvoerde van cliënten die beschikten over een eigen externe vermogensadviseur. SNS als een soort doorgeefluik dus. De rechtbank maakte ook daarmee korte metten: ook dan heeft SNS een informatieplicht.
Eigenlijk lijkt het alsof alle verweren van SNS zich juist tegen de bank keren, want wat zegt de rechtbank verderop: SNS heeft zich niet op eerlijke, billijke en professionele wijze ingezet voor de belangen van haar cliënten en zich niet onthouden van gedragingen die schadelijk zijn voor de integriteit van de markt. Het algemeen belang speelt dus ook een belangrijke rol.
Conclusie
De waarschuwing is luid en duidelijk: ook bij `exotische’ producten geldt een waarschuwingsplicht, ook als de bank er zelf weinig of geen bemoeienis mee heeft. Maar waar brengt ons dat bij een bank die zojuist is genationaliseerd?